Advent 2015

Leesrooster

Hij kwam bij ons heel gewoon

In het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Matteüs wordt de familiegeschiedenis van Jezus beschreven, helemaal terug tot aan Abraham.

Wat vond je ervan om deze tekst te lezen? Leuk, spannend, saai, interessant of moeilijk?

Uit Jeremia 23:5 blijkt dat Jezus van Koninklijke afkomst is.

Waarom wordt zo’n familiegeschiedenis eigenlijk beschreven, denk je? Heb jij ook een familiegeschiedenis?  En Koning Willem Alexander? Wat zijn de verschillen tussen jouw familiegeschiedenis en die van hem? Teken of knutsel je stamboom en die van Koning Willem Alexander.

Maandag 30 november

Luk 1:5-17: Aankondiging van de geboorte van Johannes

Zacharias is in de tempel aan het werk. Hij mag vandaag het offer brengen. Een offer brengen is een manier om met God te praten. Net als bidden. Wierook wordt in een vat gedaan, dat in brand wordt gestoken. Het gaat lekker ruiken, en de rook stijgt op naar boven. Naar God (lees in Ex 30:7 en vers 34 meer over het reukoffer). Zo is Zacharias aan het werk als hij bijzonder bezoek krijgt van een engel. Hij stelt Zacharias gerust; hij hoeft niet bang te zijn. Hij komt met mooi nieuws. Welk nieuws is er zo fijn? Wat vertelt de engel over Johannes?

Dinsdag 1 december        

Luk 1:18-22: Zacharias kan niet meer praten

Zacharias kan niet geloven wat de engel zegt. Heb jij wel eens nieuws gehad wat moeilijk te geloven was? Wat deed je toen?

Als je niet kunt praten, is het moeilijker om iets duidelijk te maken. Zacharias kon vast heel goed over alle dingen nadenken, nu hij niet meer kon praten.

Hoe kun je nog meer iets ‘vertellen’ aan anderen, zonder woorden? Speel het spelletje hints.

Woensdag 2 december     

Luk 1:23-25: Elisabeth is zwanger

Het is erg verdrietig als mensen geen kindje kunnen krijgen. In de tijd van de Bijbel was het nog erger; als je kinderen kreeg, konden zij later – als je oud geworden was en niet meer op het land kon werken – voor jou zorgen. Misschien praatten de mensen er wel over.

Dat Elisabeth toch nog een kindje krijgt is een groot wonder! Een gebedsverhoring! Ze verbergt zich een aantal maanden. Waarom zou Elisabeth dat doen?

Speel verstoppertje. Wie kan zich het langste verborgen houden?

Donderdag 3 december

Jesaja 9:5-6: Aankondiging komst van de Messias

Hoe zie jij een koning? Wat moet hij allemaal zijn en kunnen?

Jesaja profeteert over de komst van de Messias. Wat zegt hij hier over deze koning?

Knutsel van (goud)papier een kroon en leg hem op tafel.

Vrijdag 4 december

Luk1:26-33: De aankondiging  van de geboorte van Jezus bij Maria

Engelen zijn boodschappers van God. Maria was nog maar een tiener toen de engel haar vertelde dat ze een kindje zou krijgen.  Wat gebeurde er met Maria toen ze dat hoorde? Hoe zou jij reageren op zulk nieuws? Waarom denk je dat een engel dit kwam vertellen?

Zoek Psalm 91:11-12 op en lees daar wat engelen doen.

Zaterdag 5 december

Luk.1:34-38: Maria is verbaasd

Maria krijgt iets bijzonders te horen van de engel. Wat heeft ze zojuist van de engel gehoord?  

Maria is verbaasd, maar zegt ook: ‘ik wil God dienen. Laat er met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Ze vertrouwt op God. Vertrouw jij op God? Hoe doe je dat eigenlijk? Is dat makkelijk of moeilijk? Waarom?

Zondag 6 dec – 2e advent

Luk 1:39-45: Maria op bezoek bij Elisabeth

Maria gaat op bezoek bij haar nicht Elisabeth. Dat is niet zomaar even ‘om de hoek’; Maria maakt een voetreis van 120 kilometer! Elisabeth is heel blij haar te zien. Haar baby maakt zelfs een ‘salto’ in haar buik!

Bedenk wie jullie blij kunnen maken met een bezoek. En neem iets (zelfgebakken) lekkers of zelfgemaakt moois mee!

Maandag 7 december       

Luk 1:46-56: Maria’s danklied

Maria is heel blij; zij, een heel gewoon meisje, mag de moeder van de beloofde Messias zijn. Als ze bij Elisabeth komt, zingt ze een loflied voor haar Heer.

Schrijf met elkaar een nieuw danklied voor God.

Dinsdag 8 december

Luk. 1:57-66: Zacharias kan weer praten

Als Zacharias Johannes’ naam op een kleitablet schrijft, kan hij weer praten. Weer een bijzonder wonder. De mensen zijn verbaasd; Johannes? In de tijd van de Bijbel werd een zoon vaak net zo genoemd als iemand anders uit de familie. Nog steeds worden sommige kinderen vernoemd.  Zacharias en Elisabeth gehoorzamen de engel, en noemen hun zoon Johannes, zoals de engel gezegd heeft. Johannes betekent: de Heer is genadig. Wat betekent dat voor jou? Heeft jouw naam ook een betekenis?

Woensdag 9 december

Luk. 1:67-80: Zacharia’s loflied

Zacharias eert de Heere God met zijn lied. Wat zingt hij over God? En welke dingen zingt hij over Johannes?

Zacharias heeft het over een belofte van God.  Welke?

Donderdag 10 december  

Joh. 1:1-8: Gods Zoon komt naar de wereld

Johannes wordt ook wel de ‘wegbereider’ genoemd. Johannes vertelt hier over het Licht. Wat of Wie wordt daarmee bedoeld, denk je?

Wat zijn de eigenschappen van licht? Kun je deze vergelijken met het Licht?

Eet bij kaarslicht en/of maak een vuurtje in de tuin (vuurkorf) als dat mag. En maak er een gezellig moment van met elkaar.

Vrijdag 11 december       

Mat 1:18-19:  Jozef en Maria

Maria is drie maanden weggeweest, en komt dan terug bij Jozef. Hij wist nog niet dat ze zwanger was. Hij schrikt; ze zijn nog niet eens getrouwd! Maria vertelt van de engel en Jozef gelooft haar, maar kan niet langer nog met haar trouwen.

Wie kunnen jullie vertellen dat de Redder geboren gaat worden? Knutsel kerstkaartjes en breng ze rond.

Zaterdag 12 december     

Mat.1:20-25:  Jozef’s droom

Jozef is van plan om Maria in het geheim weg te sturen. Maar dan krijgt hij, een gewone timmerman, een bijzondere droom.

Schrijf op de ‘droomwolk’ het belangrijkste uit de droom op, eneef het een plekje op tafel.

Zondag 13 december – 3e advent

Luk. 2:1-3: Het bevel

Keizer Augustus wil de mensen tellen. Waarom denk je? Waarom is het handig om te tellen?

Wie heeft van jullie de meeste…knikkers / (kleur)boeken / autootjes / …

Kun je hier iets van weggeven aan iemand anders die minder heeft dan jij? Breng het naar de voedsel/speelgoedbank.

Maandag 14 december     

Luk 2:4-5: Jozef en Maria op reis

Maria en Jozef reisden meer dan 100 kilometer om Bethlehem te bereiken.  Bedenk eens hoe lang je er met de auto over doet om 100 kilometer verder te komen. Hoe lang zal het dan duren voordat je deze afstand lopend hebt afgelegd? Bedenk dat Maria zwanger was, en deze reis zwaar voor haar moet zijn geweest.

Bethlehem was maar een klein stadje, maar had wel banden met beroemde voorouders van Jezus. Weet je nog welke?

Lees een kerstboekje of kerstverhaal.

Dinsdag 15 december      

Luk. 2:6-7: Jezus wordt geboren

Zijn jullie wel eens op vakantie geweest? Misschien moest je daarvoor lange tijd reizen met de auto, met de fiets of het vliegtuig.  Stel je eens voor; jullie komen na een lange reis aan op jullie vakantiebestemming, en dan blijkt dat er geen plaats meer is op de camping. Alles is vol. Ook op de volgende camping. Hoe zou jij je voelen, denk je?

Knutsel van een melkpak het volgende huisje. Hang of plak een bordje ‘vol’ naast de deur.

Woensdag 16 december

Luk. 2:8-12: De Herders in het veld

Engelen zijn boodschappers; ze komen een boodschap brengen. Kun jij iemand een boodschap brengen? Knutsel een lichtje van een leeg glazen potje en doe er een wikkel met een mooie tekst omheen. Breng het lichtje met deze boodschap bij iemand langs.

Donderdag 17 december  

Luk. 2:13-14: Engelen bij de herders

Toen Jezus geboren werd, zongen de engelen ‘Eer aan God in de hoogste hemelen’. Lees in Hebreeën 1:6 wat het werk is van engelen in de hemel. Weet je nog wat in Psalm 91:11 staat over het werk van engelen op de aarde?

Vrijdag 18 december       

Luk2:15-20: De herders op bezoek bij Jezus

Het klopt precies! Er is gebeurd wat de engel heeft gezegd; Mogen de herders wel zomaar op bezoek komen bij Jozef en Maria? Waarom?

Knutsel van een melkpak het volgende huisje; de stal. Zet er een schaapje bij of in.

Zaterdag 19 december

Luk. 2:21-24: Jezus’ besnijdenis en naar de tempel gebracht

Acht dagen na zijn geboorte werd Jezus, volgens de joodse traditie, besneden. Hij kreeg de naam Jezus, de naam die de engel genoemd had. Jozef en Maria zijn God gehoorzaam. Ze willen Jezus ook graag aan God laten zien in de tempel. Dat was ook in de wet beschreven.  Omdat Jozef en Maria gewone mensen waren (en niet heel rijk), brachten zij twee duiven als offer.

Jezus kreeg hier Zijn naam. Schrijf de naam ‘Jezus’ mooi op en geef het een plekje op tafel.

Zondag 20 december – 4e advent

Luk. 2:25-32: Simeon ziet Jezus

Simeon is een oude man. Hij zal niet lang meer leven. Maar hij weet dat hij niet zal sterven vóórdat hij de Messias heeft gezien. Op een dag heeft hij het gevoel dat hij naar de tempel moet. Hij weet niet precies waarom. Wat een drukte is het daar. Simeon weet niet precies waar hij op moet letten. Maar dan ziet hij een man en een jonge vrouw met hun baby de tempel binnengaan. Simeon weet meteen wie dat zijn, ook al zien deze mensen er heel gewoon uit. Hij zoekt hen op, en neemt het Kind in zijn armen. Wat is Simeon blij!

Ben jij wel eens heel blij geweest? Waarom? En wat deed je toen?

Bak koekjes en breng ze langs bij een ouder iemand, met een mooie groet op een kaartje.

Maandag 21 december

Luk. 2:29-35: Simeon spreekt over de toekomst.

Simeon is zo blij dat hij zijn Messias ziet, dat hij God begint te danken. Weer lezen we van een loflied voor God, en ook over de zegen die Simeon geeft.

Hoe is het met jullie zelfgeschreven lied? Maak er een melodie bij en zing het, met muziekinstrumenten erbij. Het lijkt misschien niets bijzonders, maar God geniet ervan als we voor Hem zingen!

Wat is ‘zegenen’, denk je?

Schrijf een elfje over ‘God’. Een elfje is een gedichtje dat bestaat uit elf woorden en is opgebouwd uit regels van verschillende lengtes: 1-2-3-4-1, zoals in het voorbeeld:

Gedicht

Elf woorden

Zo onder elkaar

Rijmen is niet nodig

Elfje

Dinsdag 22december

Luk. 2:36-39: Hanna

Als Simeon spreekt, komt Hanna erbij staan. Ze is ook oud, lezen we.  Wat doet ze, als ze daar zo staat? Lees het nog maar eens na.

Hanna dankt eerst de Heere God en vertelt daarna aan de mensen over de beloofde  Messias.

Dank jij God wel eens voor een goed cijfer of iets anders, voordat je het verder vertelt?

Woensdag 23 december   

Mat. 2: 1-8: De wijzen bij Herodes

Het verhaal over de geboorte van de Heere Jezus is een mooi verhaal. Toch gaat het hier over een gemene koning.  Hij heeft mooie praatjes tegen de wijzen, maar hij bedoelt anders. Hij liegt.  Heb jij laatst nog een klein leugentje verteld of gemeen gedaan? Wat gebeurde er?

Dit is precies waarom de Heere Jezus moest komen; wijzelf zijn zondig en doen steeds verkeerd.

Knutsel een mooie ster en geef deze een plaatsje op tafel.

Donderdag 24 december  

Mat. 2:9-12: De wijzen op weg

De wijzen reizen op kamelen. Hoe lang kunnen kamelen zonder te drinken, denk je? Zoek het op, op internet.

Ook de wijzen brengen Jezus eer. Ze brengen cadeau’s mee. Geen kleertjes of speeltjes, die jij kreeg nadat je was geboren. Maar dure cadeaus, die meer voor een koning bedoeld waren. Waarom was dat?

Wat is het mooist dat jij eens hebt gekregen? En het mooiste dat je hebt weggegeven? Wat vind jij fijner; geven of krijgen? Waarom?

Lees of vertel een vrij kerstverhaal.

Vrijdag 25 december       

Jesaja 9:5-6: Jezus is geboren. De profetie komt uit.

Jezus kwam. Voor iedereen. Ook voor jou? Ja, ook voor jou! Hij wil in jullie huis en in jouw hart wonen.

Knutsel van een melkpak het laatste huis: jullie eigen huis. Welk huisnummer komt er naast de deur ?

Zaterdag 26 december

Mat.2:13-15: Jozef en Maria vluchten

Herodes is bang voor de nieuwe Koning, en Jozef en Maria moeten voor hem vluchten, met hun kindje Jezus. Midden in de nacht verlaten ze hun huis, om naar Egypte te gaan, hun huis laten ze achter. Hoe zou jij het vinden om je huis en de meeste van je spullen achter te moeten laten?

Zondag 27 december

Mat. 2:16-17: Jongetjes in Bethlehem gedood

Wat een verdriet moet daar zijn geweest; vaders en moeders die huilen omdat hun kindje wordt gedood door de koning. Was dit de oplossing voor de boze koning Herodes?

Verzamel mooie glinsterende knikkers als ‘tranen’ en leg ze erbij op tafel.

Maandag 28 december

Mat. 2:19-23: Jozef en Maria gaan terug naar Israël

Jozef en Maria gaan wéér op reis. Hoe komen ze te weten waar ze heen moeten gaan?

Zet een speurtochtje uit in huis of in de tuin, en verstop aan het einde een kleine beloning.

Wordt de juiste weg gevolgd en de beloning gevonden?

Dinsdag 29 december

Luk 2:40-45: Jezus opnieuw in de tempel

Het is feest, het Paasfeest. Jozef en Maria gaan met Jezus naar Jeruzalem om het feest mee te vieren. Weet je wat er met het Paasfeest gevierd werd in die tijd? Hoe verschilt dat met ons paasfeest?

Maak slingertjes van washi tape of papier, en geef deze een plaats op tafel.

Woensdag 30 december

Luk. 2:46-52: Maria en Jozef vinden Jezus.

Na het feest willen Jozef en Maria naar huis, maar ze zijn Jozef kwijt! Ze moesten zoeken en rondvragen om Hem te vinden. Mobieltjes waren er nog niet. Na een paar dagen vinden ze Hem. Jezus is verbaasd; Hij was toch gewoon in het huis van Zijn Vader? Hij zat er op zijn gemak met volwassenen te praten over de dingen van God.   Hoe vind jij het in het huis van God? Voel je je er thuis? Waarom?

Maak van witte klei een ronde of vierkante, platte hanger, en maak daarin een afdruk van een huisje of kerkje. Geef deze een plaats op tafel.

Donderdag 31 december  

Mat 3:1-6: Johannes begint zijn werk

Johannes was een bijzondere verschijning. Hij is vast opgevallen met zijn jas van kamelenhaar. Ken jij iemand die er ook een beetje ‘bijzonder’ uitziet? Wat denk je dan?

Johannes at sprinkhanen en honing.  Zou dat jouw lievelingseten kunnen zijn?

Teken de maaltijd van Johannes en jouw lievelingseten.

Vrijdag 1 januari   

Mat 3:11-12: Johannes vertelt over Jezus

Johannes zag er bijzonder uit, lazen we gisteren. Maar hij heeft ook een bijzondere taak. Welke precies? Waarom is dat zo bijzonder?

Heb jij ook wel eens een bijzondere taak gekregen? Of: welke bijzondere taak zou jij graag krijgen?

We hebben allemaal een taak gekregen op deze aarde. God beschrijft in de samenvatting van de wet dat we goed voor de ander moeten zijn, net zoals we goed moeten zijn voor onszelf.

Spreek af om iemand uit te nodigen, die niet zo vaak wordt uitgenodigd. Maak een leuke kaart voor deze persoon, en doe de uitnodiging door de bus.

Zaterdag 2 januari

Mat 3:13-17: Jezus wordt door Johannes gedoopt

Jezus wordt door Johannes gedoopt, en God is erbij. Hoe laat Hij dat merken?

Weet je wat het betekent om gedoopt te worden? Zoek het eventueel op.